In Vlaanderen zijn er meer dan 4000 pleeggezinnen. Pleegzorg Vlaanderen coördineert deze gezinnen, maar de waarlijke helden zijn de pleegmama’s en -papa’s. Vandaag is het Nationale Complimentendag. Mamaexpert geeft een dikke duim aan topwijf Barbara.
Een hoger EQ
Barbara ontvangt me in een ruime en lichte woning, waar duidelijk kinderen een eigen plaatsje hebben. Barbara is al lang pleegmama, maar nam na een iets mindere ervaring toch wat gas terug.
Als kind is Barbara al behoorlijk sociaal bewogen. Ze ziet zichzelf een weeshuis bouwen om kinderen een stevige basis te geven. Als ze later verpleegkunde studeert, droomt ze van een eigen bejaardentehuis.
‘Ik voelde me helemaal anders dan de meeste van mijn leeftijdsgenoten. Misschien was ik meer empatisch of had ik een hogere EQ. Ik had een hart voor minder-bedeelden. Wellicht had het vroegtijdig overlijden van mijn jongere zus er iets mee te maken. Mijn vrienden en familie vonden mijn ideeën niet eens zo gek. Nu nog, als ik oude vrienden weer zie van toen, herinneren ze zich het fameuze weeshuis en vinden ze pleegzorg écht iets voor mij.’
Ik wilde een weeshuis beginnen. En toen een bejaardenhuis. Ik voelde me toen al anders dan de meeste andere leeftijdsgenootjes.
Mindere ervaring
Een van de kinderen dat bij Barbara en haar man wordt geplaatst, is J., op dat moment vier jaar oud. Van hem zegt Barbara dat Pleegzorg Vlaanderen hem mogelijk verkeerd plaatste. De jongen in kwestie heeft nood aan rust. Het levendige gezin van Barbara is dat niet. Op dat moment heeft Barbara vier jonge kinderen. Ze stelt zich vragen bij het pleegouderschap.
‘Ik stopte mijn studies verpleegkunde om in een bejaardentehuis te gaan werken. Lang heb ik spijt gehad van die beslissing, omdat ik meende mijn roeping te hebben gemist. Want zorgen zat in mijn bloed. Tijdens de eerste jaren van mijn huwelijk, kon ik mijn man overtuigen om samen een infosessie van Pleegzorg Vlaanderen bij te wonen. J. was ons vierde pleegkind in de rij. Hoe graag ik ook pleegmama was, op zich bleek J. niet zo binnen ons gezin te passen. Er ontstond wrevel tussen mij en man. We besloten samen om het pleegouderschap tijdelijk on hold te zetten’.
Wat dan volgt, blijkt een waar rouwproces te zijn. Barbara kampt met schuldgevoelens. Ze beseft dat ze het moeilijk heeft om de mening van andere mensen correct te plaatsen.
‘De periode na J. beschouw ik als een leerproces. Ik ben als het ware, opnieuw op zoek gegaan naar mezelf en naar de beweegredenen om pleegouder te zijn. Ik besefte dat ik mijn eigen unieke visie moest ontwikkelen. Want pleegmama wilde ik sowieso opnieuw zijn. En mijn man steunde me hierin onvoorwaardelijk’.
Ik mag me aan mijn pleegkind hechten. Zolang ik maar niet vergeet dat mijn huis een transitzone is.
Het zijn mijn kinderen, maar tegelijkertijd niet
Barbara rouwt. Ze rouwt omdat ze denkt te hebben gefaald. Tegenover J., maar ook tegenover haar gezin en haar echtgenoot. Tijd om haar visie bij te stellen. En die ligt in de essentie van pleegouderschap.
‘Voor mijn pleegkinderen ga ik door het vuur. Net als ik voor mijn eigen zes kinderen zou doen, waarvan er twee zullen geboren worden nu het vertrek van J. Toch begrijp ik maar al te goed dat mijn pleegkinderen mijn kinderen niet zijn. Ze zijn het kind van een biologische mama en een biologische papa. Ik beschouw het huis dat ik openstel, als een soort transitzone. Ik wéét dat de kinderen die ik opvang vroeg of laat naar huis gaan of naar een volgende pleegouder of naar een instelling. Wat niet wil zeggen dat ik me niet aan hen kan of mag hechten. Wat niet wil zeggen dat ik niet mag huilen als een klein kind als er eentje vertrekt’.
Pleegzorg kent een heleboel vormen. Barbara doet vooral aan crisisopvang. Kinderen die accute hulp nodig hebben, worden kortstondig in haar gezin geplaatst. Onlangs was dat bijvoorbeeld een baby, wiens mama aan een postnatale depressie leed en waarvan de papa de zorg niet niet alleen kon. Soms is het erger – als een kind door de politie uit een mishandelingssituatie wordt gehaald.
Flexibel
Crisispleegzorg betreft dus per definitie korte opvang. Toch stelt Barbara zich flexibel op. Ze vindt het niet erg om kindjes, die door Pleegzorg Vlaanderen niet (meteen) kunnen worden doorgeplaatst, perspectiefbiedende of -zoekende pleegzorg te bieden.
‘Na J. kwam L. in ons gezin. L. was één en woont hier nu drie jaar.Ook K. – drie jaar – een meisje met een licht mentale beperking, is een klein jaar bij ons, hoewel het in eerste instantie om crisispleegzorg ging. L., een jongen is een uitzondering. L. blijft hier tot ie op zijn eigen benen kan staan. Voor K. is in de nabije toekomst een oplossing in de maak in de vorm van een liefhebbend gezin. Ik vind het inderdaad niet erg om een kind langer te verzorgen dan eigenlijk in ons profiel staat.’
Deze kinderen zijn sowieso al pionnetjes op een schaakbord. Bovendien merk ik op dat ze op een hele andere manier in de kijker kopen. Net omdat ze pleegkinderen zijn, worden ze stevig in de gaten gehouden.
‘Pleegkinderen worden uit hun thuissituatie gehaald en belanden dan in gezinnen als de onze. Wij hebben de opdracht om hen te laten kennismaken, zeg maar, wennen aan een ‘normale’ manier van leven. Als ze niet naar huis gaan, worden ze doorgeplaatst – naar een jeugdinstelling, naar een ander pleeggezin of in sommige gevallen, de kinderpsychiatrie.
Ik besef maar al te goed dat deze kinderen pionnen zijn op een schaakbord. Door flexibel te zijn, help ik op mijn manier mee aan een stabiele basis voor hen. Ik merk ook dat pleegkinderen veel sneller onder de loupe worden gehouden door de omgeving en de maatschappij. Wat mensen bij biologische kinderen de normaalste zaak van de wereld vinden, wordt bij pleegkinderen uitvergroot, nét omdat het pleegkinderen zijn.’
Zes eigen kinderen
Barbara wilde altijd al een groot gezin. Zes kinderen worden in goede gezondheid geboren. De oudste zoon van hen is ondertussen gehuwd en heeft zelf een kindje; twee grote dochters en nakomertje Mathieu wonen allemaal nog thuis.
‘Mijn kinderen deden er in het begin meewarig over, over mijn goesting voor pleegzorg – het is hier een komen en gaan, zei er eentje. Toch gaan ze heel relaxed om met de pleegkinderen. Ze zetten ze bijvoorbeeld geregeld spontaan in bad. Mijn kinderen helpen de pleegkindjes met eten en als er eentje moet getroost worden, staan ze ook op de eerste rij.
Nochtans heb ik van mijn kinderen nooit verlangd dat ze mee gingen opvoeden. Mijn kinderen hebben nooit een fuif moeten laten of een hobby moeten opgeven, omdat K. er is of L. Als ik een baby opvang die nachtvoeding nodig heeft, dan sluip ik als een dief door de nacht om maar niemand wakker te maken. Ik zou niet willen dat mijn kinderen ook maar enigszins lijden onder mijn keuze voor pleegzorg, al heb ik die indruk sowieso niet (lacht)’.
Complimentje aan Barbara en aan al die andere pleegmama’s
Aan alle pleegmama’s en aan Barbara: jullie zijn topwijven. Wat jullie doen voor die kinderen, is onwezenlijk. Jullie worden om half drie uit bed gezet door de politie om kinderen, waarvan jullie nauwelijks de achtergrond kennen, een warme thuis te bieden. Jullie zijn opgewassen tegen vooroordelen van de omgeving. Jullie geven kinderen met een rugzakje de kans om dit rugzakje uit te doen. Aan jullie en aan jou, Barbara een dikke duim.
En we hebben nog complimenten voor Shana en Stefanie
Omdat het Nationale Complimentendag doen we er nog een schepje boven op. MamaExpert heeft namelijk twee bijzondere lezeressen.
Aan jou, Shana geef ik de award voor de meest rustige mama ter wereld. Jij bent Bewust Ongehuwde Moeder (BOM) van twee zonen, Milay en Djenzy, hoewel iedereen je voor gek verklaarde dat je voor Djenzy ging. Je combineert je drukke job als personeelsverantwoordelijke in een schoonmaakbedrijf met de zorg voor je kinderen, waardoor je nauwelijks nog tijd hebt voor je zelf.
Dat vind je de normaalste zaak van de wereld, want je vindt dat de keuze voor je BOM-moederschap geen consequenties mag hebben voor je omgeving. Het BOM zijn heeft zo zijn nadelen (oa. het alleen zijn als één van je kindjes ziek is en het feit dat je kindjes vaak in de naschoolse opvang moeten), maar tegelijkertijd vind je het fijn alle beslissingen zélf te maken. Jij verdient deze award omdat slechts weinigen het je zullen nadoen.
Aan jou, Stefanie, geef ik de award voor de mama die de meeste hobbels heeft moeten overwinnen in het moederschap. Jij bent mama van Robin en Jasper. Toen je je gynaecoloog vertelde thuis te willen bevallen, werd je uitgescholden. Later, omdat je er voor koos om je dochter en zoon gemiddeld twee jaar te borstvoeden, ondervond je ook de nodige tegenkantingen: zelfs je eigen familie verklaarde je openlijk voor gek. Op feesten zetten ze je voor schut. Je kreeg geen steun en ze praatten over je, alsof je er niet bij was.
Je kreeg ook af te rekenen met indiscrete blikken en onverholen kritiek als je je schatten in het openbaar de borst gaf. Jij verdient deze award omdat je je ten allen tijde hebt laten leiden door wat jij en je kinderen wilden en niet door de mening van de goegemeente.
Naar de website van Pleegzorg Vlaanderen
Mijn hartje komt van Shutterstock!
Q: Wie wil jij een complimentje geven?