Halloween. Dag dat de doden wederkeren, dat in de donkere nacht fluisterende stemmen weerklinken of is het in je verwarde hoofd? Er strijkt een koude hand langs je huid en je hoort honden huilen. Er breekt paniek uit in de steden – een geheimzinnig virus doodt duizenden mensen. Een gezin van vier zit opgesloten in het eigen cordon in een niet nader genoemd dorpje. Dit gezin heeft jouw hulp nodig om hun Halloweenverhaal te vertellen. Ik hoor graag van jou hoe het volgens jou verder gaat. Happy Halloween.
Picture by Shutterstock ‘Halloween concept, zombie hand rising out from the ground’ ID 314306261
Koude Halloweennacht
‘Het wordt een koude Halloweennacht’. Dat zeg ik tegen niemand in het bijzonder. Er is niet echt iemand om tegen te praten, besef ik. Mijn man is al een dag of drie op zoek naar voedsel en mijn zoon ligt buiten in de tuin.
Mijn dochter slaapt de slaap der onschuldigen. Op haar kleine lijfje legde ik stapels dekens want er is al heel lang geen verwarming meer. Geen electriciteit om van stromend water nog te spreken. Ik was me ’s morgens zuinig aan onze regenton. Ik hoor de zieken aan de gesloten poort krabbelen en snuiven.
Spookje in de condens
Ik loop omzichtig op mijn zoon af. ‘Trick or treat’, zeg ik zachtjes. Alleen zijn kruin en zijn kleine voeten steken onder het deken uit. Hij beweegt niet, doet dat al een hele tijd niet meer, maar ik weet dat dat maar schijn is. Hij stierf een tijdje geleden onder luid gerochel en amechtig gehoest. Snot liep uit zijn neusje en de hoge koorts deed hem onzin uitkramen.
Zijn vader ging de deur uit, zwaar bewapend voor een Belg. Op zoek naar voedsel en medicijnen, die hij waarschijnlijk niet zal vinden, want de supermarkten en de apotheeks zijn al lang geplunderd en de radio is dood. Alleen naargeestig gekraak klinkt nog, de hoestende radioomroeper ligt wellicht dood op de vloer van zijn cabine.
Ik adem op de ruit en teken een spookje. Het deken op het gras ligt er nog steeds stil bij. Volgens het Convent hadden we onze zoon na zijn sterven buiten op straat moeten leggen en dan zouden ze hem hebben opgehaald. Met het vilbeluik? Om op snijbanken van wetenschappers te eindigen? Feit is dat sinds het uitbreken van de SuperGriep nog weinig geweten is. Niet over het ontstaan er van, niet over het verspreiden ervan, niet of er al een remmer of een inenting is gevonden. Het Convent hebben we niet gevolgd – het leek ons zo sneu. Wat als ie het te koud krijgt zo op straat? Of als ie schreeuwt om zijn knuffelbeesten?
Koude soep
Mijn dochter wil eten. Ik loop snel onze voorraad af. Die slinkt zienderogen, ondanks strenge ratsoenering. Toen mijn man er nog was, gingen we op rooftocht. Noodgedwongen lieten we onze kindjes achter bij de buurman, die een verwilderde blik had, maar nog wel gezond bleek. Zijn vrouw en twee dochters waren toen al opgehaald door de vrachtwagens. David nam de dubbelloops, omdat de terugslag te veel is voor me.
Ik had mezelf een Lucy gemaakt, het wapen van Negan uit The Walking Dead en kon de ironie wel smaken. Een knuppel en wat prikkeldraad, meer had ik niet nodig om een paar zieken de harsens in te slaan. Je moet wel. Als ze je bijten, kan je wel dag zeggen met het handje. Met onze ziel onder de arm haalden we de plaatselijke Delhaize leeg – of wat er nog van over bleef. Iemand brandde het gebouw plat. In het magazijn, dat wonderwel aan de vlammen wist te ontkomen, vonden we nog wat blikvoer, verband, touwen en zes flesjes drinkwater. Ik moet lachen. De eigenaar van de apotheek wilde de antibiotica voor mijn arm meegegeven aan woekerprijzen. Die maakte onzacht kennis met Lucy en kon alleen nog maar bloed spuwen – door het gat wat ooit zijn mond was geweest.
Vuur van Catalpa’s
Op een veilige afstand van het deken in de tuin maak ik het vuur aan. Voor het hout sneuvelden al onze catalpa’s. Goed branden doet het niet – maar het blikje soep krijg ik opgewarmd. Mijn dochter staat aan het raam. Het is lang geleden dat ze nog gezongen heeft. Ze zong zo veel liedjes vroeger in dat leuke kleutertaaltje van der. Nu blijft het stil en speelt ze afwezig met haar poppen. Haar ogen staan dof en soms lijkt het of ze me niet ziet. Ik zwaai naar haar.
De soep is lauw en ik giet hem in twee kommetjes. Dan zie ik hoe mijn mouw doorweekt is – ik blijf gestaag bloeden. Mijn linkerarm gebruik ik al een tijdje niet meer. Ik vergiste me stevig in de buurman en die krabde me. Sinds drie dagen catalogiseer ik de pijn als kloppend en zeurend. Ik sla de antibiotica van de apotheker-zonder-mond als een gek naar binnen en hou me staande. Nu David weg is, moet iemand voor de kinderen zorgen. Als ik het bij het rechte eind heb, moet ik trouwens onze zoon nog onklaar maken.
Halloween’s knock on the door
Toen het virus uitbrak, zo’n 52 dagen geleden, verstrekte de regering medicijnen. Ze werden door bange soldaten op centrale punten gedropt en artsen in witte pakken en zuurstofmaskers verdeelden ze onder de dorpsbewoners. Ook mijn zoon die al ziek was van in het begin, werd aan het infuus gelegd. Voor thuis kregen we een voorraad van grote, blauwe pillen mee.
Er was geen tijd voor uitleg – achter ons groeide de rij aan en er werd gehoest en gerocheld dat het een lieve lust was. Ik herkende niemand meer. In ieder geval hielp de medicatie voor geen sikkepit. De zoon gilde ons ’s nachts meer dan eens wakker omdat ie verging van de pijn. De koortsaanvallen bezorgde hem stuipen. Ondertussen bleef de radio onheilspellende berichten uitbraken. 200 duizend mensen gestorven, ongeveer even veel mensen besmet. De regering in hun ivoren toren zat met de handen in het haar, want de infusen en de blauwe pillen bleken een aantal onaangename bijwerkingen te hebben. Zeer onaangenaam.
Trick or treat
Pas na negen dagen legde hij het loodje – maar niet voor ie de volledig vloer had ondergebraakt. We wasten zijn lichaampje met de laatste zeep dat we hadden en legden hem buiten in de tuin, onder zijn lievelingsdeken. Om beurten waakten we, mijn man en ik. Je wil toch niet in je slaap verrast worden door je zoon?
Ik geef mijn meisje de soep te eten. Ze staart een beetje in de verte en ik krab aan de wonde op mijn arm. Zo meteen zal ik het verband nog eens verversen. De radio staat aan. Ik schrik als ik een stem hoor. Onwillekeurig kijk ik naar buiten, maar het deken ligt nog steeds zoals het hoort. Ik zet de radio luider. Een blikkerige, emotieloze stem zegt iets over een kamp, iets met coördinaten, iets met hulp, eten, kleren, beschutting. Ik heb nog nooit zo snel iets genoteerd als dan. De stem herhaalt zijn boodschap nog een paar keer en valt dan stil. Dan klopt er iemand op de deur. Trick or treat? Mijn hart staat een seconde stil en ik hou de adem in.
Hoe gaat het verhaal verder?
Kies een letter en laat deze achter op onze facebookpagina.
A – de buurman staat aan de deur
B- de politie staat aan de deur
C- de zoon staat aan de deur
Of doe een persoonlijke suggestie. MamaExpert staat open voor een co-writer.
De letter, die het meest gekozen wordt, wordt verwerkt in het vervolg ergens in onze Halloweenweek.
Happy Halloween xx