Het derde thema in t kader van de #boostyourpositivity campagne van Danone. Proud of my body .. Am I proud of my body?
UPDATE : dit artikel verdween na een defect op deze website. Vandaar dat er ‘nul’ reacties op zijn. Er waren wel reacties, maar die konden helaas niet mee worden gered.
Ik was doorheen mijn jeugd een klein propje. Ik woog 58 kilo (confectiemaat 38) en bleef dat altijd wegen. Twee bolle kaken, een goed gevuld eendebuikje en volle heupen. Tel daarbij mijn relatief zware bovenbenen en je kent mijn puberergernissen. Oorzaken? Mijn moeder kookte als de beste en ik bewoog niet al te veel. Ik mocht dan wel per fiets door t leven struinen en de benenwagen gebruiken, op zich was dat waarschijnlijk niet genoeg om aan anaerobe verbranding te doen. Ik ging wel trouw naar de balletles – wat mijn redding voor een gedeelte betekende. Dat en het neigen naar de bodyshape van mijn pa, die in tegenstelling tot mijn ma, eerder dunnetjes is. Mijn moeder is absoluut niet topzwaar, maar we waren alleszins genetisch bepaald om niet al te gemakkelijk dun te blijven.
Hoewel ik dus niet de allerzwaarste stervende zwaan was op t balletpodium, vond ik dat van wel. En nu besef ik eigenlijk dat dat mijn ergste dik zijn was – die tussen mijn oren. Ik vreesde op een bepaald moment zelfs de enorme studiospiegels waar een ballerina in zich dient te spiegelen tijdens de les. Erg he?
Ik moet bekennen dat het er nooit beter op werd. Ergens tussen mijn zestiende en zestienenhalfde lente, ontdekte ik dan nog s de geneugten van t uitgaan en de drank. En laat dat nou de schadelijkste calorieën zijn voor een jong, kwetsbaar lichaam en geest. Die blijven aan je heupen en buik plakken als vliegen op een vliegenvanger.
En toen ging ik alleen wonen en dan s samen wonen en toen terug alleen wonen. En zo tussen twee lange relaties in pikte ik de draad van t ballet terug op. Ik nam geen één les – nee, ik nam er vijf en tegelijkertijd kapte ik met frisdranken, drie maaltijden per dag en de alcohol. Tijdens het uitgaan stond ik me daar met mijn zielig plat waterke en mocht ik voortaan bob spelen voor al mijn dronken vrienden – maar de kilo’s vlogen eraf. Ik herinner me de euforie van een weegschaal. Daar stond ik toendertijd ineens elke dag op en de wijzer schoot onder de 50 kilo. Mijn balletjuffrouw waarschuwde me voor magerzucht – en in plaats van dat als waarschuwing te ervaren, vond ik dat een ongelooflijk compliment.
Wellicht stevende ik inderdaad af op anorexia; maar met de hand op mijn hart, zelf heb ik dat nooit gezién als k in de spiegel keek. In tegendeel, ik genoot van de holle buik, de scherp afgetekende heup- en sleutelbeenderen.
Ik ben geen dokter, maar één ding kan ik je alvast vertellen over mensen met magerzucht : ze zijn echt wel stekeblind.
Dan kreeg ik weer een lange relatie en verschoven mijn prioriteiten naar mijn nieuwe vriend – later mijn eerste man. Ik ging terug naar mijn instelpunt, 58 kilo.
Mijn eerste huwelijk sneuvelde en ik leerde David kennen. Die sprak ergens tussen pot en pint zijn kinderwens uit. Ik stopte met de pil. Tot twee keer toe. Bij Dominic – en toen was ik de 35 al ruimschoots voorbij – kwam ik nauwelijks tien kilo bij tijdens de zwangerschap. Bij Chloe Grace nog minder en woog ik nauwelijks 52 bij de start ervan. Ik gaf haar dan ook nog s borstvoeding – wat bij Dominic niet lukte. Ik was vlak na mijn bevallingen graatmager.
Trouwens, ik ondervond nog een voordeel van als oude knar aan kinderen beginnen – omdat je huid rekbaarder (lees: slapper) is dan bij een jonge moeder, kreeg ik geen striemen. Ik hoefde me niet eens in te smeren.
Ondertussen is t graat van t graatmagere af. Maar wat ik ook doe, ik kom geen of bijna geen grammetje bij.
Ik ben nochtans verslaafd aan Brusselse wafels met veel slagroom en hazelnootjes erop – zo’n beetje als een crème bresilliènne, maar dan in wafelvorm. Of pure cholade. Of dit seizoen alle wildpatés en de ganzenlever.
Ik geef mijn veertigjarige lijf een dikke negen. Omdat mijn borsten werden opgezogen door mijn jongste, minus twee.